In Den Haag hebben ze een ministerie dat over Volkshuisvesting gaat en een ander dat over Zorg en Welzijn gaat. Twee aparte werelden, maar in een dorp weet iedereen dat die twee veel met elkaar te maken hebben. Al was het maar omdat iedereen tegenwoordig zo lang mogelijk in het eigen huis moet kunnen blijven wonen.

Als je ouder wordt neemt de zorgvraag toe. Tegelijk neemt het aantal zorgmedewerkers af. Wat kan de gemeente dan doen om te zorgen dat inwoners met een zorgvraag prettig zelfstandig kunnen blijven wonen in hun eigen omgeving?

Daar komen wonen en zorg samen. Dat vraagt meer variatie in woningen dan nu wordt gebouwd. Naast de bekende woningtypen zijn zorgwoningen nodig. Ouderen moeten kunnen doorstromen naar een passend huis, maar dan wel in hun eigen dorp, dichtbij vrienden en bekenden. Ook mantelzorgers en vrijwilligers spelen een belangrijke rol. In de omgeving van  woningen moet je elkaar makkelijker kunnen treffen. Wegen en openbare ruimte moeten veiliger worden dan nu.

Dat vraagt veel van de gemeentelijke organisatie. Het lukt alleen als bouwers, zorgmedewerkers en bewoners samenwerken. Niet alleen overleggen en praten, maar ook samen doen, aan de slag gaan.

Eerste stappen zijn al wel gezet. Er zijn voorbeelden: Beesd voor elkaar; de zorgzame buurt Haaften; en  eerste verkenningen in Opijnen. Het draait eigenlijk om de kerngerichte aanpak die het college wil uitbouwen.

Wethouders, ambtenaren, zorgprofessionals en betrokken inwoners hebben hun werk bijna gedaan. Dinsdag 9 september is de raad bijgepraat. Eind dit jaar moet de raad een besluit nemen. Dan gaat het er om of de eerste concrete projecten in gang kunnen worden gezet en of het daarbij blijft.

De gemeente wil samen met inwoners en partners werken aan oplossingen die bijdragen aan leefbaarheid en zorgzame kernen. Kijken of het lukt!


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *