Laatst was ik op een congres over de toekomst van de zorg. De dagvoorzitter begon met vragen: “Wie werkt er voor een zorgverzekeraar?” Handen gingen omhoog. “Wie is er beleidsmedewerker?” Opnieuw zag ik handen. “En wie werkt er bij de GGD?” Weer staken mensen hun hand op. De ochtend draaide om de vraag: hoe betrekken we ‘de inwoners’ bij nieuwe zorgoplossingen?
Tijdens de lunch stapte ik op de dagvoorzitter af. “Waar woont u?” vroeg ik. Verrast keek zij mij aan. “In Amsterdam,” antwoordde ze. “Ik ben Joanne, inwoner uit Beesd,” zei ik. “Is het niet gek dat we hier praten over hoe we inwoners moeten betrekken, terwijl de zaal vol inwoners zit?” Zij moest even nadenken en begon toen te lachen. “Wil je dat vanmiddag op het podium vertellen?” vroeg zij. Daar zei ik geen nee tegen.
Op het podium stelde ik de vraag: “Hoeveel inwoners zijn hier?” Aarzelend gingen er wat handen omhoog. Ik vroeg een man zonder hand omhoog: “Waar woont u?” “In Den Helder,” zei hij. “Aha, een inwoner uit Den Helder!” riep ik. “Op het moment dat jullie een gemeentehuis, of een congreshal als deze binnenstappen…” Ik zette een stap naar voren. “Gebeurt er iets wonderlijks. KACHING! De ingewikkeldheid slaat toe. Jullie vergeten dat jullie óók inwoners zijn. Jullie worden experts die nadenken over ‘de burger’.”
Ik sloot af met: “De vraag is niet hoe we inwoners betrekken, maar hoe we met elkaar betrokken raken en blijven. We moeten het idee doorbreken van ‘zij’ en ‘wij’ en gaan zien dat er alleen een ‘wij’ is”
Aan het einde van de dag stelde het panel zich voor. Iemand begon: “Ik ben inwoner van Den Haag en werk als beleidsmaker.” Een ander zei: “Ik ben inwoner van Rotterdam en werk in de zorg.”
Het plantje is gezaaid.
Joanne Bredero

Geef een reactie