Ik ben mijn huis aan het opknappen. Alle kozijnen zijn vervangen, nu is de dakrand aan de beurt. De aannemer vroeg of ik een tekening van mijn huis had. Waar kan ik die krijgen? vroeg ik. Bij de gemeente of het centraal archief, zei hij. Ik belde het Regionaal Archief Rivierenland en een half uur later ontving ik per mail het “plan voor een te bouwen veldwachterswoning voor de gemeente Beesd”, uit 1935. Ik kocht er een lijst voor.

Zaterdag had ik eters. Ik liet de tekening zien, en het gesprek leidde ertoe dat ik begon te vertellen over de spullen in mijn woonkamer. De foto’s van mijn ouders die op een kist staan waar mijn moeder in het jappenkamp op had geslapen. Het bureau van mijn vader, dat hij in Suriname had laten maken. Het oranje stenen paardje dat een link is naar Limburg. Twee schilderijen van palmbomen die mijn moeder in Curaçao heeft gemaakt. Een reproductie van een schilderij van Hipólito Ocalia, een Antilliaanse schilder. Een antieke kapstok van mijn moeder, gekocht in Curaçao. Een beeldje van een ijsbeer, gemaakt door een Canadese kunstenaar. Keramiek van mijn moeder. Het zijn allemaal spullen waaraan ik gehecht ben, die een verhaal hebben.

Zondag kwam ik in Den Bosch per toeval terecht in een tentoonstelling met de titel Bearing Witness. Aangrijpende kunstwerken van kunstenaars uit (post)conflictgebieden en verhalen van veteranen. Een van de kunstwerken bestond uit tekeningen van mensen op de vlucht — de tekeningen zijn pogingen van deelnemers “om zich verbonden te voelen met thuis, waar dat ook mag zijn”

In de trein op weg naar huis besefte ik hoe de spullen in mijn woonkamer verbonden zijn met de reis die ik zelf heb gemaakt, en de veilige plek die ik gevonden heb.

Er is zoveel niet goed in deze wereld.

Joanne Bredero


Eén reactie op “Column: “Ik ben mijn huis aan het opknappen””

  1. Josée Versloot avatar
    Josée Versloot

    Jeetje Joanne: herkenbaar en heftig!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *