“Zitten we dan op vrijdagmiddag,” zei Hans. Samen met hem en Kim zat ik in de jury van de kinderplaybackshow, georganiseerd door de Oranjevereniging Beesd.

Vijf acts, allemaal uniek: twee vriendinnen — de een met de microfoon aan haar mond geplakt, indringend kijkend naar de jury; de ander dansend en af en toe denkend: o ja, ik moet ook playbacken. Een jongen, springend op een dreunende housebeat. Twee vrienden met sjaals om, die hun voetbalclub bezongen. En twee dansduo’s, strak in matching outfits, synchroon dansend én goed playbackend.

Wij als jury – in glittertops – hadden het er niet makkelijk mee. “Gewoon één prijs,” zei Hans. “Kan niet,” zei ik, “ze hebben de bekers allang zien staan.” Kim zuchtte: “Ze stonden daar toch maar op dat podium.” Dus werd het een 1, 2 en 3 – én kreeg iedereen een medaille. En chips.

In mijn dagelijkse gang ervaar ik hoe we gebruikmaken van elkaars talenten. De een regelt vergunningen, de ander sponsoring. De een is goed in omgaan met kinderen, de ander weet de weg bij de gemeente. Sommigen praten het mooi aan elkaar, anderen houden het overzicht. Iemand kookt voor ouderen, een ander geeft taalles of volleybaltraining aan de jeugd. De één fungeert als klankbord, de ander heeft groene vingers. Iemand anders is handig met social media. Iemand anders heeft verstand van financiën.

We houden elkaar op de hoogte van wat er speelt en gebeurt. We luisteren, helpen waar het kan, en als het nodig of handig is, bundelen we onze krachten.

Tijdens de napraat zei Hans: “Volgend jaar: Beesd Got Talent?” Geen prijzen, maar een applaus. Van iedereen, voor iedereen.

Kent u de spreuk It takes a village?

Ik zou eraan willen toevoegen: én een podium.

Joanne Bredero


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *